vrijdag 25 maart 2011

Zijlstra op bezoek bij de sector cultuureducatie


Gisteren was het werkbezoek van Halbe Zijlstra een feit. Met een flinke vertegenwoordiging van het cultuureducatieve werkveld ontvingen wij de staatssecretaris van cultuur in de gastvrije Haagse Gelderlandschool. Wij lieten hem daar zien hoe het onderwijs kinderen en jongeren laat kennismaken met kunst, erfgoed en media en wat dat teweeg brengt. Lokale, provinciale en landelijke culturele en ondersteunende instellingen – zoals Kunstgebouw, SKVR en Cultuurnetwerk – presenteerden hun rol hierbij.

Met dit werkbezoek wilden we Halbe Zijlstra laten zien dat de cultuureducatieve infrastructuur een bouwwerk is waarin jarenlang flink is geïnvesteerd. En dat die nodig is om kinderen en jongeren op school – en ook daarbuiten - te helpen bij hun culturele loopbaan. Beleidsmakers, scholen en cultuurinstellingen zijn immers al decennia lang bezig om kunst- en cultuureducatie te verankeren in het onderwijs, van basisschool tot lerarenopleidingen. Daar hoort natuurlijk ook een structurele samenwerking bij tussen school en culturele instellingen. En in veel gevallen ook een kwalitatieve versteviging van het curriculum en de lesinhoud.

Het OCW-programma Cultuur en School stimuleert cultuuronderwijs aan de ruim 1,6 miljoen kinderen op circa 7.500 basisscholen en de 900.000 leerlingen in het voortgezet onderwijs. Cultuurcoaches stimuleren het aanbod van cultuur op brede scholen en vormen een brug naar culturele instellingen. Pabo's en lerarenopleidingen vo bereiden aanstaande docenten voor op hun cultuureducatieve lestaak, verankeren cultuureducatie in hun curriculum en werken samen met culturele instellingen. Basisschoolleerkrachten worden bijgeschoold tot interne cultuurcoördinator (icc'er). Inmiddels zijn bijna 4.000 icc'ers opgeleid, die samen een landelijk netwerk vormen. Centra voor de kunsten, provinciale ondersteunende instellingen en culturele organisaties verzorgen een aanbod voor het onderwijs, al dan niet op maat gemaakt.

De staatssecretaris wees op het risico van versnippering van het cultuurbudget. 'Wat heeft het veld liever, een gericht budget toegespitst op een discipline, bijvoorbeeld muziek of beeldende kunst, of budget voor losse projecten van heel veel verschillende instellingen?' Men was het erover eens dat versnippering onwenselijk is en dat het er om gaat een bepaald niveau van culturele competenties te ontwikkelen bij kinderen. Bovendien werd het aangaan van duurzame 'creative partnerships' tussen een culturele instelling en een school van groot belang gevonden.

Zijlstra voegde daaraan toe dat de focus in het onderwijs – zijn inziens terecht – nadrukkelijker komt te liggen op de resultaten. Maar dat geldt wat hem betreft net zo goed voor de kunstvakken. En creatief bezig zijn kun je volgens hem goed verbinden met taal en rekenen. 'Leraren kunnen en moeten er als team voor zorgen dat leerlingen kennismaken met kunst en cultuur.'
Daarbij merkte Zijlstra wel op dat het ministerie zal moeten zorgen voor prikkels, zodat op alle scholen structureel voldoende tijd, geld en aandacht wordt besteed aan culturele vorming.

Verder wees hij erop dat hij in het nieuwe subsidiestelsel van culturele instellingen eist dat zij beleid hebben op het gebied van cultuureducatie en publieksbereik. 'De vraag is dus hoe ik kan toetsen of culturele instellingen scholen met succes weten te bereiken.'

Zijlstra sloot de discussie af met de opmerking dat het in het onderwijs gaat om het juiste evenwicht tussen autonomie voor de scholen en accountability. Het lastige van cultuureducatie is dat effecten moeilijk meetbaar lijken. Maar het onderwijs móet aan de kerndoelen en eindtermen voldoen en daarover verantwoording afleggen.

Lees hier het volledige verslag van het werkbezoek.

Zie hier een foto-impressie (foto's Antoine Gerrits).

Meer reacties en discussie naar aanleiding van het werkbezoek op Linked In-Netwerk Cultuureducatie.

vrijdag 18 maart 2011

Onderwijsraad wil geen verschraling onderwijsprogramma


Naast de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde zijn vier clusters van vakken onmisbaar voor een goede voorbereiding van leerlingen op de samenleving. De kunstvakken horen daar ook bij! Dat is het antwoord van de Onderwijsraad op het Actieplan Beter Presteren van minister Van Bijsterveldt.

De minister vroeg begin december advies aan de Onderwijsraad over de inrichting van het onderwijsprogramma. Zij was er niet tevreden mee dat onze 15-jarige leerlingen, als het gaat om kennis en vaardigheden op het gebied van lezen, wiskunde en science, slechts tot de subtop van de wereld behoren. Nederland, aldus van Bijsterveldt, moet zorgen in de top vijf terecht te komen. Vandaar haar voorstel een plan op te stellen om het onderwijs te hervormen. In dit Actieplan Beter Presteren komt in de basisscholen nog meer nadruk op de kernvakken taal en rekenen en in het voortgezet onderwijs op Nederlands, Engels, wiskunde en science. Voor deze kernvakken wil zij een substantieel deel van de onderwijstijd reserveren – bijvoorbeeld de helft of twee derde. Dit gaat dan ten koste van andere vakken zoals de kunstvakken. Dat onze leerlingen - na die uit Finland - het hoogst scoren van alle Europese landen, is voor de minister niet voldoende!

Als reactie op het Actieplan, stuurden wij samen met kunstvakverenigingen, lerarenopleidingen, Masters Kunsteducatie en cultuurprofielscholen een brief aan de Onderwijsraad. In vier alinea's onderbouwden wij dat kunstvakken van voorwaardelijk belang zijn voor een kenniseconomie; én voor een evenwichtige vorming van leerlingen; dat kunstvakken kwalificeren en socialiseren en dat kunstvakken de prestaties bevorderen. Concluderend schreven we dat het onderwijs in de kunsten een conditio sine qua non is voor het aanleren van 21ste eeuwse vaardigheden zoals kritisch en interdisciplinair denken, samenwerken en allerlei vormen van geletterdheid.

Eind februari kwam het advies van de Onderwijsraad. In het voortgezet onderwijs doen jongeren een brede kennisbasis op en worden zij gevormd om in persoonlijk en maatschappelijk opzicht optimaal te functioneren. De minister moet zich, aldus de Raad, dan ook richten op goed onderwijs in de volle breedte. Daar past een hoge professionaliteit bij van leraren. De Raad wil nascholing over vakinhoud, vakdidactiek en leerprocessen van leerlingen verplicht maken. Voor de kernvakken – en daar hoort science niet bij - is volgens de Raad minstens een derde van de onderwijstijd nodig. Twee derde van de tijd wordt dan besteed aan de vier vakkenclusters, waaronder 'sociaal-culturele vakken'.

Interessant 'detail' in dit verband: landen die hoge leerprestaties behalen besteden in hun onderwijs nadrukkelijk aandacht aan vaardigheden zoals probleemoplossend vermogen en creatief denken. Vaardigheden die ook in de kunstvakken flink aan bod komen!

Zie voor reacties en discussie over advies Onderwijsraad ook het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

donderdag 10 maart 2011

Bliv frivillig, og gør en forskel!


Bliv frivillig, og gør en forskel! is de slogan van het Europese jaar van de vrijwilliger in het Deens. En in het Frans is die: 'Changez les choses: devenez bénévole!' Wij zeggen: 'Vrijwilligers maken het verschil'. Volgens de cijfers van het CBS is een op de vijf Nederlanders actief als vrijwilliger. Het gaat in 2011 niet meer alleen om de mantelzorger of de lijnentrekker; je vindt vrijwilligers net zo goed in de amateurkunstensector, in een museum of in een andere culturele instelling.

De vrijwilliger maakt het verschil! Zonder vrijwilligers zou er een heleboel niet meer gebeuren. Lucas Meijs – hoogleraar vrijwilligerswerk aan de Rotterdam school of Management - rekende uit dat alle vrijwilligers in Nederland goed zijn voor 560.000 voltijdsbanen: een economische waarde tussen de 5 en 20 miljard euro! Vrijwilligers zijn ook waardevol voor de sociale cohesie in buurt en wijk, voor een soepel verloop van voorleesuren in de bibliotheek, voor het organisatiewerk van amateurkunstverenigingen, voor kunstschooldagen of rondleidingen in het museum.

Veel culturele instellingen, zoals kleinere theaters, poppodia, musea en filmhuizen, kunnen niet zonder de inzet van vrijwilligers. Ook individuele kunstenaars maken gebruik van deze groep. Vaak zijn vrijwilligers volwassenen tussen de 45 en 55 jaar en meestal zijn ze 65 en ouder. In de erfgoedsector bijvoorbeeld is driekwart ouder dan 60 jaar. Het werven van jongere vrijwilligers is een probleem, ook al worden er genoeg pogingen gedaan om jongeren aan te trekken. De amateurkunstensector kampt met een tekort aan vrijwilligers. Vooral in de disciplines beeldende kunst en instrumentale muziek wordt dit gevoeld.
Een bijzonder voorbeeld van een geslaagd vrijwilligersproject is de 11 Kernenopera van Dario Fo. Met meer dan 1.500 vrijwilligers van alle leeftijden maakte Dario Fo in twaalf maanden tijd elf opera's voor het Westland. En dit is slechts één voorbeeld.
Op de ranglijst van populair vrijwilligerswerk staat kunst en cultuur op plaats 7, de sportvereniging al jaren op nummer 1. Ik denk dat vrijwilligerswerk voor kunst en cultuur een stijger met stip is en als gevolg van het huidige overheidsbeleid misschien wel snel op nummer 1 terecht zal komen.

De grootste vrijwilligersactie van Nederland is NL DOET. Op 18 en 19 maart 2011 kan iedereen de handen uit de mouwen te steken. Een leuk voorbeeld is werken voor het afvalmuseum in Utrecht.


Zie discussie over vrijwilligerswerk en cultuureducatie op LinkedIn - Netwerk Cultuureducatie.

vrijdag 4 maart 2011

Your art education could have been here


Kunstenaar Royalsteez is onder het motto 'Your art could have been here' bovenstaande poster-plak-actie gestart. Hij zegt: 'Er wordt teveel gepraat, gewacht en nagedacht. We schreeuwen een keer en dan valt het stil. We moeten laten zien wat we kunnen, want kansen krijg je niet, die moet je creëren. Pas dan word je gezien en dat is toch wat we uiteindelijk willen?' Een houding, die het huidige kabinet waarschijnlijk zeer aanspreekt.

Staatssecretaris Zijlstra wil, net als Van der Ploeg indertijd, de culturele sector minder afhankelijk maken van overheidssubsidies en ruimte scheppen voor cultureel ondernemerschap. De professionele cultuursector kent al een aantal goede voorbeelden van instellingen die zoeken naar nieuwe geldstromen. Zo is het Amsterdams Fonds voor de Kunst een online platform voor crowdfunding gestart waarop wij als publiek kunstenaars en kunstinstellingen financieel kunnen ondersteunen om hun projecten te realiseren.

En cultureel ondernemerschap in de kunsteducatie, hoe staat het daarmee? Zijn educatieve instellingen zoals centra voor de kunsten en muziekscholen in staat te reageren op de
gemeentelijke bezuinigingen op kunst en cultuur en op maatschappelijke ontwikkelingen? Door het wegvallen van subsidies staan deze instellingen niet alleen financieel onder druk, ook hebben zij te maken met concurrentie van talloze nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding en met klanten die steeds veeleisender worden. Alle reden dus voor de sector om in te zetten op ondernemerschap en innovatie. Daarbij denk ik aan nieuwe organisatievormen, financieringsmodellen of samenwerkingspartners en een sterkere inzet op communicatie- en marketingstrategieën. Ook is het belangrijk om vanuit de behoefte van de consument nieuwe producten en diensten (waaronder digitaal aanbod) te ontwikkelen en te werken aan het bereiken van nieuwe doelgroepen.

Als u
de agenda op cultuurnetwerk.nl bijhoudt heeft u een groot aantal bijeenkomsten met als thema 'cultureel ondernemerschap' voorbij zien komen. En er zijn er meer op komst. Op donderdag 17 maart organiseert EDU-ART een studiedag over cultureel ondernemerschap in relatie tot het onderwijs. En op dinsdag 22 maart organiseren hoogleraren Klamer en Langeveld van de Erasmus Universiteit samen met studenten een symposium over alternatieve, creatieve financieringsmodellen voor cultuur en kunst. Doe er uw voordeel mee!

Zie ook de reacties hierop op LinkedIn - Netwerk Cultuureducatie.