donderdag 24 februari 2011

En de gemeenten? Wat kunnen zij doen?


Laatst had ik het over het rijksbeleid voor cultuureducatie en over de provinciale ondersteuning daarvoor. Marijke Edel reageerde hierop via LinkedIn. Volgens haar is cultuureducatie niet zozeer afhankelijk van wat er op landelijk niveau bedacht wordt, maar gaat het allereerst om de visie van de gemeente op cultuur en cultuureducatie. En natuurlijk om het beleid dat uit deze visie voortvloeit. De gemeente staat het dichtst bij de burger en is daarom de belangrijkste speler in het veld van kunst, cultuur en educatie. Centraal staat dus vooral de vraag:

Hoe kan een gemeente haar cultuureducatiebeleid op een effectieve en efficiënte manier vormgeven?

Over deze vraag spraken we enkele weken geleden met een aantal gemeenteambtenaren, en dan vooral toegespitst op de basisschool. De ambtenaren voelden zich verantwoordelijk voor het stimuleren van cultuureducatie op school. Dat stemde op zich positief, maar hoe doe je dat?

Uit de discussie kwamen allerhande suggesties naar voren, die in verschillende gemeenten al realiteit zijn. Je kunt cultuurcoördinatoren (icc'ers) op scholen
faciliteren, door bijvoorbeeld een icc-cursus of uren te vergoeden. Je kunt de culturele instellingen extra budget geven om daarmee de samenwerking met scholen te stimuleren of het kunstaanbod te faciliteren. Of je stelt een bemiddelaar aan, die de cultuurcoördinatoren werk uit handen neemt en vraag en aanbod bij elkaar brengt. Wat ook werkt is het benoemen van een cultuurcoach om de kunstvakinhoud te laten verzorgen.
Er is niet één manier, zo blijkt. Het is afhankelijk van de plaatselijke situatie. Wat natuurlijk altijd goed is, is met de scholen te praten. Dan weet je welke wensen en behoeften er leven. En wat je in ieder geval niet kunt doen, is scholen verplichten een kunst- of cultuuraanbod af te nemen. De overheid mag zich immers volgens de grondwet (
artikel 23) niet bemoeien met de inhoud van het onderwijs. Op grond van dit artikel doen bijvoorbeeld niet alle bijzondere scholen mee aan een kunstmenu omdat het aanbod niet aansluit bij hun geloofsovertuiging of onderwijskundige visie.

Op 21 april praten we verder met ambtenaren op de
CultuureducatieBELEIDdag. Tegen die tijd weten we hopelijk ook wat meer over het vervolg van de Regeling Versterking Cultuureducatie Primair Onderwijs, want dat die voor de binnenschoolse cultuureducatie van groot belang is moge duidelijk zijn.

Zie ook de discussie over dit thema op LinkedIn - Netwerk Cultuureducatie.

donderdag 17 februari 2011

Een provinciale stem voor kunst, cultuur en educatie


Als het over cultuureducatie en cultuurparticipatie gaat, zou je zeggen dat er bij de komende Provinciale Statenverkiezingen nauwelijks iemand te vinden is die het belang daarvan niet inziet. Zowel kabinet als oppositie zien dit als een belangrijk speerpunt van cultuurbeleid. Toch, via de online verkiezingswijzer – publiek.nl - voor de Provinciale Staten op 2 maart, zag ik dat er grote verschillen in cultuurbeleid zijn tussen politieke partijen én tussen de provincies. Zo'n verkiezingswijzer is dan wel handig om te zien wat je eigen provincie 'bijdraagt' aan de slordige 1 miljard euro die in Nederland op cultuur bezuinigd lijkt te gaan worden.

Provincies hebben belangrijke taken op het gebied van de culturele infrastructuur, kunsten, erfgoed, media én de - bevordering van – deelname aan cultuur. Toch, behalve Zuid Holland, Overijssel, Flevoland en Limburg, zeggen de meeste provincies te gaan bezuinigen op kunst en cultuur. Deze bezuinigingen gaan vaak gepaard met een kerntakendiscussie. Daarin wordt teruggegrepen op het bestuursakkoord tussen provincies en de Rijksoverheid waarin staat dat alleen monumentenzorg en een culturele infrastructuur provinciale taken zijn. Gelukkig gaat het in deze discussie niet over de infrastructuur voor
kunst- en cultuureducatie. Daarvoor zijn de rollen, functies en taken landelijk, gemeentelijk én provinciaal vooralsnog duidelijk in balans.

Dé uitvoerders van een provinciale en regionale cultuureducatieve infrastructuur zijn de provinciale
ondersteunende instellingen, verenigd in de Raad van twaalf. Deze vertalen provinciale ontwikkelingen naar de regionale en lokale situatie en tillen lokale initiatieven naar een regionale of boven-regionale schaal. Vooral de middelgrote en kleinere gemeenten hebben baat bij deze regionale ondersteuning. Als die wegvalt, gaat bijvoorbeeld veel expertise over het culturele aanbod en de geschiktheid hiervan voor het onderwijs verloren. Ook komen ontwikkeling, vernieuwing en samenwerking tussen onderwijs en cultuur moeilijker tot stand.

Bij vergaande bezuinigingen bestaat het risico dat de provinciale rol in cultuur niet langer wordt beschouwd als kerntaak, dat er vervolgens veel minder inkomsten uit 'de markt' komen en er dus minder terugstroomt naar de culturele sector. Dit alles wordt nog versterkt als de cultuurkaart ophoudt te bestaan, als het basisonderwijs geen geld voor cultuureducatie meer krijgt en er dus voor culturele instellingen ook vanuit die hoek steeds minder inkomsten binnenkomen.

Welke keuzes maken de partijen in uw provincie? U kunt het provinciale beleid nog beïnvloeden door op 2 maart voor kunst, cultuur en educatie te kiezen.

www.publiek.nl
Zicht op…. provinciale instellingen cultuureducatie
www.raadvantwaalf.nl
www.nadeschreeuwnudestem.nl


Zie ook de discussie over dit thema op LinkedIn - Netwerk Cultuureducatie
.

vrijdag 11 februari 2011

Kunst- en cultuurvakken: vast onderdeel van het schoolcurriculum!


Sinds december 2010 heeft staatssecretaris Halbe Zijlstra al drie keer*) verklaard hoe belangrijk hij het vindt om alle kinderen actief in aanraking te brengen met cultuur. In zijn beleid richt hij zich dan ook op de culturele ontwikkeling van leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs én hun leraren. Hiermee biedt hij kinderen kansen om competenties te verwerven die de minister van onderwijs hen lijkt te onthouden. Zij wil immers extra aandacht voor taal en rekenen in het basisonderwijs, en voor Nederlands, Engels, wiskunde en Sciences in het voortgezet onderwijs. Alleen op die manier, zo betoogt zij, kan Nederland tot de top vijf van kenniseconomieën gaan behoren. Zij vraagt de Onderwijsraad om hierover te adviseren.

Zoals ik eerder zei kunnen kinderen juist via kunstonderwijs allerlei
vaardigheden verwerven die buiten school in een competitieve kenniseconomie van levens(lang)belang zijn. Er reageerden heel wat mensen en organisaties op deze blog. Daarom bespreken we vandaag, samen met deze mensen, hoe en waar we een bredere discussie over dit onderwerp kunnen organiseren. Verder schrijven we de Onderwijsraad een brief om duidelijk te maken dat de kunstvakken wel degelijk een belangrijk onderdeel zijn van het onderwijs. Ook deze vakken bereiden leerlingen voor op een volwaardige deelname aan de maatschappij en kwalificeren hen voor allerlei vervolgstudies. Dus ook voor de kunstvakken moet voldoende onderwijstijd worden gereserveerd. Een keuze voor slechts twee bredere uitstroomprofielen (alfa en bèta), zoals de minister voorstelt, doet te weinig recht aan het belang van de kunstvakken.

Onlangs organiseerden wij ook een discussiemiddag over het onderzoeksproject Cultuur in de Spiegel. Kern van cultuuronderwijs, volgens dit project, is het menselijk vermogen een cultureel zelfbewustzijn te ontwikkelen. Deze visie vormt het uitgangspunt voor de ontwikkeling van een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. De zaal vroeg zich enigszins misnoegd af hoe deze algemene opvatting van cultuuronderwijs zich verhoudt tot vakspecifieke benaderingen. Concreter: wat gebeurt er met geschiedenis en de kunstvakken als ze onderdeel worden van een algemene leerlijn cultuuronderwijs? Is het niet juist belangrijk ook doelen en vaardigheden uit te werken voor de deelterreinen kunst-, erfgoed- en mediaonderwijs?

Wat de uitkomsten van Cultuur in de Spiegel in 2012 ook zullen zijn, de staatssecretaris maakt gelukkig in een door hem ondertekende brief aan de
Cultuurprofielscholen duidelijk dat de cultuurvakken voor hem een vast onderdeel vormen van het schoolcurriculum. Op die manier, zo vervolgt hij, is cultuur in het onderwijs stevig verankerd. Hij voelt er blijkbaar niets voor om daar verandering in te brengen.

*) Zijlstra over belang van cultuur in onderwijs:
Brief Zijlstra uitgangspunten Cultuurbeleid
Adviesaanvraag Cultuurbeleid (van Zijlstra aan Raad voor Cultuur)
Reactie Zijlstra op Denk Einstein

En verder:
Leerlijn cultuur VO
Leerlijn cultuur PO

vrijdag 4 februari 2011

Propaganda voor de beeldbank


Het was mij tot nu toe ontgaan, maar onze vorige minister-president heeft in 2010 aangekondigd op termijn afscheid te nemen van het label Postbus 51 voor publiekscampagnes van de Rijksoverheid. Jammer, want net als de SIRE-spotjes zorgen die van Postbus 51 vaak voor een herkenbaar, tot nadenken stemmend moment tijdens het commerciële geweld van de overige adverteerders op televisie.

Ik was dan ook blij toen ik hoorde dat
Beeld en Geluid het afgelopen jaar honderden Postbus 51-spotjes heeft gedigitaliseerd in het kader van het project Beelden voor de Toekomst. Het is echt leuk om te grasduinen door alle voorlichtingscampagnes die de overheid tussen 1969 en 2007 uitzond. Een feest van herkenning. Maar dat niet alleen, de collectie schetst een tijdsbeeld, vertelt over onze cultuur en laat ontwikkelingen in de samenleving zien; ontwikkelingen, waar je ook met kritische blik naar kunt kijken.
Omdat Postbus 51 - straks - deel uitmaakt van ons audiovisuele cultureel erfgoed is het goed dat dit alles digitaal bewaard wordt én gebruikt kan worden als
lesmateriaal voor de basisschool en het voortgezet onderwijs. Inmiddels staat er een steeds groter aantal beeldbanken online waar docenten en leerlingen uit kunnen putten voor informatie, illustraties en inspiratie. De grootste, met ruim 400.000 historische beeldbronnen, vormt zelfs een waar geheugen van Nederland.

Wie meer wil weten over de inzet van digitaal erfgoed in educatieve activiteiten kan de videopresentaties – waaronder een keynote van mezelf - bekijken van de
Conferentie Digitaal Erfgoed 2010. En wie trouwens wel geïnteresseerd is in commerciële reclameklassiekers kan tot en met 27 februari zijn hart ophalen in de Beurs van Berlage. Of een virtuele reis maken door 150 jaar reclame.

Postbus 51-spotjes verwerkt tot lesmateriaal.