vrijdag 24 juni 2011

Cultuureducatie met kwaliteit


Gisteren vond alweer de vijfde editie van de Conferentie Onderzoek in Cultuureducatie plaats, dit jaar in samenwerking met het lectoraat Kunsteducatie van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Met deze conferentie biedt Cultuurnetwerk Nederland de diverse groepen onderzoekers in kunst- en cultuureducatie een plek om elkaar te ontmoeten. En geïnteresseerden in het werkveld krijgen de kans kennis te nemen van recent onderzoek.

Het was gisteren een extra feestelijke dag omdat de Max van der Kamp Scriptieprijs voor de beste masterscriptie op het gebied van cultuureducatie voor de tweede maal is uitgereikt. De gelukkige winnaar is Hilde Braet (VU Brussel) met een scriptie over de inzet van fotografie voor educatie. Zij onderzoekt hoe fotografie een bijdrage kan leveren aan emancipatorische processen, weerbaarheid en welbevinden. Volgens de jury 'een originele en overtuigende scriptie, die bruikbaar is voor verschillende groepen en zelfs de potentie heeft het veld anders te laten nadenken!'

Om u een beeld te geven van de veelheid aan onderwerpen die verder aan bod kwamen op deze dag, heb ik, geholpen door de techniek, een kleine tekstanalyse gemaakt van de inhoud van de verschillende sessies. Het resultaat ziet u als beeld hierboven. Wat opvalt, naast de aandacht voor muziek, is de grootte van het woord kwaliteit. En er was gisteren inderdaad veel aandacht voor vakinhoud en kwaliteit. Zo ontwikkelde Bureau Oberon - samen met praktijkexperts - een 'basisset kwaliteitsindicatoren', een theoretisch instrument dat culturele instellingen helpt om de kwaliteit van activiteiten te beoordelen. Ook werd er onderzoek gepresenteerd dat liet zien hoe verschillend leken en experts kwaliteit beoordelen, en was er een sessie over hoe beleid, gericht op duurzame relaties tussen scholen en culturele instellingen, kan bijdragen aan de kwaliteit en verankering van cultuureducatie. En natuurlijk werd er gediscussieerd, bijvoorbeeld over de vraag of de kwaliteit van cultuureducatie eigenlijk te meten is en wat de rol van de onderzoeker is bij het onderzoek hiernaar.

Staatssecretaris Zijlstra, die onlangs een programma Cultuureducatie met kwaliteit aankondigde, heeft dus over belangstelling van onderzoekers voor het onderwerp niets te klagen.

Een deel van de door hem gevraagde onderzoeksagenda cultuureducatie en amateurkunst ligt ook al klaar. Deze is zeker niet alleen belangrijk voor de beleidsontwikkeling, maar juist ook voor de kwaliteit van de kunsteducatiepraktijk op school en daarbuiten. Wij organiseren in december van dit jaar een werkconferentie om de onderzoeksagenda cultuureducatie van 2008 te evalueren. De conferentie is bestemd voor onderzoekers, onderwijsprofessionals, beleidsmakers en opdrachtgevers. Tijdens diezelfde conferentie wordt ook een start gemaakt met het gesprek over de kennisagenda cultuureducatie en amateurkunst voor de periode 2013-2016. Het nieuwe kennisinstituut is al aan het werk!

Zie ook de discussie over het meten en beoordelen van de kwaliteit van cultuureducatie op het Netwerk cultuureducatie op LinekdIn.

vrijdag 17 juni 2011

Meer dan kwaliteit alleen


Vrijdag voor Pinksteren stuurde staatssecretaris Zijlstra zijn hoofdlijnenbrief naar de Tweede Kamer. Zaterdag stonden alle kranten er vol mee, en ook dinsdag na Pinksteren werd er nog flink aandacht aan geschonken. Niet alleen waren er heftige reacties op de desastreuze bezuinigingsslag van 200 miljoen maar vooral ook was er wrevel over de vormelijke, onaandoenlijke houding van de boodschapper. De vereniging voor Kunst, Cultuur en Erfgoed, Kunsten 92, roept de regering dan ook op dit cynische, destructieve beleid van de staatssecretaris een halt toe te roepen. Beperk de bezuinigingen, zorg voor een aanvullend en stevig instrumentarium en neem geen onomkeerbare beslissingen alvorens de gevolgen in beeld te hebben gebracht, aldus Kunsten 92.

Naast robuuste kortingen en een flink aantal subsidiestopzettingen is er in Zijlstra's brief 'Meer dan kwaliteit' ook een lichtpuntje te vinden. Tenminste, bezien vanuit het oogpunt van cultuureducatie. Niet eerder immers schonk een beleidsbrief zoveel integrale aandacht aan cultuureducatie. En die ferme regie valt op in een tijd waarin beleidszaken zo makkelijk 'teruggegeven' worden aan de samenleving.
De staatssecretaris rechtvaardigt deze aandacht voor cultuureducatie door te wijzen op het belang hiervan voor de persoonlijke ontwikkeling van kinderen en jongeren en voor de creativiteit van onze samenleving als geheel. Het kabinet wil kinderen en jongeren op het gebied van cultuur een stevig fundament bieden. Voorwaarden daarvoor zijn een goede verankering van cultuureducatie in het onderwijs en aandacht voor cultuureducatie bij alle culturele instellingen, landelijk en lokaal.

Met name in het primair onderwijs zullen scholen geholpen worden bij het concreet invullen van hun cultuureducatie-activiteiten. De Regeling versterking cultuureducatie (de € 10,90 per leerling per jaar) gaat door. En het is de bedoeling dat de Onderwijsinspectie thematisch onderzoek doet naar de plaats en het niveau van cultuureducatie in het onderwijs. Daarnaast moeten alle instellingen die voor rijksfinanciering in aanmerking willen komen in hun aanvraag beschrijven hoe zij met hun activiteiten kinderen en jongeren bereiken. Bovendien komt er landelijk tien miljoen euro per jaar beschikbaar als aanvullend geld voor cultuureducatie voor scholen, leraren en culturele instellingen.

Jammer dat het vooral de basisschoolleerlingen zijn die van dit 'lichtpuntje' profiteren. Een culturele loopbaan voor iedereen veronderstelt ook na de basisschool een grote inzet op cultuureducatie. Dat vraagt om 'meer dan de som', om 'kunst van leven' en om 'meer dan kwaliteit'. En dat vraagt ook om het voortbestaan van de Cultuurkaart, op welke manier dan ook, om de kwaliteit van cultuureducatie voor jongeren in het voortgezet onderwijs te versterken.

Zie ook de discussie over de inzet op cultuureducatie in de beleidsbrief van Zijlstra op het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

vrijdag 10 juni 2011

Cultuurdeelname: gezond voor iedereen


De regering staat voor de opdracht miljarden te bezuinigen op vrijwel alle beleidsterreinen. Vandaag (10 juni) presenteert staatssecretaris Zijlstra zijn bezuinigingsplannen voor de culturele sector. De vraag is vooral óf en zo ja, hóe de culturele sector deze bezuinigingen zal overleven.
Van het antwoord hangt veel af, want ook nieuw onderzoek toont weer aan dat cultuur voor iedereen van belang is en - meer dan we tot nu toe wisten - bevorderlijk is voor de gezondheid van de mens.
Ik heb op deze plek al vaker
geschreven over het belang van cultuureducatie en van de deelname aan kunst en cultuur voor de kwaliteit van leven. We weten bijvoorbeeld dat community arts vitaminen kunnen zijn voor een wijk en dat een gezond cultureel klimaat bevorderlijk is voor de economie van een stad. Ook de ouderenzorg en verzorgingshuizen zetten kunst en cultuur steeds bewuster in om mensen actief en gezond te houden. Culturele activiteiten blijken steeds meer een factor van belang voor onze gezondheid. Het rapport Arts in Healthcare van de Society for the Arts in Healthcare in de USA (2009) noemt ongeveer tachtig onderzoeken, uitgesplitst naar muziek, beeldende kunst, vormgeving, dans, theater en literatuur. De resultaten wijzen allemaal in dezelfde richting: kunst heeft onmiskenbaar een positieve invloed op de genezing en de gezondheid van patiënten. Het herstel verloopt voorspoediger, zowel fysiek, mentaal als emotioneel.

Dat het effect van cultuurdeelname op gezondheid ook meetbaar is, blijkt ook uit een onderzoek onder 50.797 Noren, onlangs
gepubliceerd in de peer-reviewed Journal of Epidemiology and Community Health, het officiële blad van de Society for Social Medicine, De resultaten zijn opvallend. Vrouwen blijken tevredener te zijn met hun leven als ze naar sportevenementen en de kerk gaan. Met name sport geeft vrouwen een gezond gevoel. Mannen voelen zich gezonder als ze buiten bezig zijn, fysiek in actie komen en vrijwilligerswerk doen. En … mannen voelen zich ook gezonder als ze aan cultuur doen. Het maakt daarbij niet uit of het om een theatervoorstelling, expositie of concert gaat. 'Mannen blijken op het gebied van gezondheid meer baat te hebben bij verschillende culturele activiteiten dan vrouwen', concludeert Koenraad Cuypers, een van de onderzoekers.

Bij alle te maken beleidskeuzes - nu en in de toekomst - is er nu dus nóg een argument voor het behoud van een gezonde culturele sector: cultuureducatie en cultuurdeelname bevorderen overduidelijk ieders gezondheid.

Zie ook de discussie over het gezondheidsaspect van cultuurdeelname op het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

vrijdag 3 juni 2011

Cultureel ondernemerschap: een antwoord op bezuinigingen?


Zodra er bezuinigd wordt op cultuur, komt als antwoord daarop de door staatssecretaris Van der Ploeg geïntroduceerde term 'cultureel ondernemerschap' bovendrijven. Ook nu weer in het advies van de Raad voor Cultuur: ondernemerschap en eigen inkomsten als een beoordelingscriterium om in de nieuwe basisinfrastructuur te worden opgenomen.

Maar wat is cultureel ondernemerschap? Het raadsadvies blijft vaag. Hoe culturele instellingen eigen inkomsten moeten verwerven, en hoe dit ondernemerschap zich verhoudt tot de artistieke en sociaal-maatschappelijke taken van de instellingen, komt daarin nauwelijks aan bod. Meer dan tien jaar geleden was cultureel ondernemerschap voor Van der Ploeg een 'open, actieve, publieksgerichte en ondernemende houding', die nodig was om het publieksbereik en de maatschappelijke relevantie te vergroten. En ook Van der Ploeg werd toentertijd verweten hiermee vooral bezuinigingen op het oog te hebben.

Veel lokale instellingen voor kunsteducatie hebben te maken met bezuinigingen. Gemeenten korten de subsidies en verwachten dat instellingen deze financiële tegenslag met cultureel ondernemerschap opvangen. Immers, zo is de redenering, als particuliere kunstdocenten zonder subsidie lessen kunnen geven, waarom zou je centra voor de kunsten dan subsidiëren?

Onlangs hoorde ik Marc Jacobs, de nieuwe directeur van de Bossche Muzerije, op een conferentie van het Fonds voor Cultuurparticipatie. 'Wat doet het ertoe of ik cultureel ondernemer ben?' zei Jacobs. Hij werkt voor een professionele instelling die zich nadrukkelijk positioneert naast particuliere aanbieders. In plaats van zich te profileren als de vierentwintigste aanbieder van pianolessen, richt Jacobs zich op kunstvormen die bij particuliere docenten minder aan bod komen, zoals samenspelvormen en producties die particulieren niet makkelijk kunnen realiseren, en kunsteducatie in het onderwijs. Juist daarom vind ik Jacobs een cultureel ondernemer: hij combineert maatschappelijke taakstellingen met een zakelijke opstelling. Zo bezien, is cultureel ondernemerschap meer dan een antwoord op bezuinigingen: instellingen kunnen hun ideële missie en maatschappelijke taakstelling op een bedrijfsmatige manier invullen met een verantwoorde besteding van publieke middelen.
Om cultureel ondernemerschap aan te moedigen, moeten gemeenten bij de verdeling van subsidies niet alleen kijken naar het aantal cursisten van een instelling voor kunsteducatie, zoals nu nog wel gebeurt, maar ook naar de manier waarop zij hun maatschappelijke taak invullen. En daar hoort dan ook een verruiming bij van mogelijkheden om reserves op te bouwen, zelf het gebouw te exploiteren of commerciële nevenactiviteiten te ondernemen.

Een goed uitgangspunt voor gemeenten en instellingen die hierover samen in gesprek willen gaan is het rapport van Noordman en Stoelhorst uit 2007 over cultureel ondernemerschap bij centra voor de kunsten.

Zie voor reacties ook de discussie over cultureel ondernemerschap op het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.