Dat alle Nederlandse kinderen op school les krijgen in tekenen, schilderen of muziek weten we. Ook dat ze soms drama- of danslessen krijgen. En dat de lessen op de basisschool moeten voldoen aan de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie. Wat de inhoud van die lessen is en of die ook kwaliteit hebben weten we in veel gevallen niet. Maar net zo goed als het bij rekenen en taal om leeropbrengsten gaat, moet het daar bij de kunstlessen ook om gaan.
Een van de inleiders, Anke van Kampen van UNESCO Nederland, ziet de kwaliteit van kunsteducatie als een drieslag. De school moet zorgen voor vakdeskundigheid van de groepsleerkracht, de culturele instellingen voor kunstaanbod op maat en de gemeente voor de regie en voor facilitering in de vorm van icc'ers en combinatiefunctionarissen of subsidies. Tenminste, als die culturele instellingen binnenschoolse educatie serieus nemen, zoals Zijlstra ook eist van landelijk gesubsidieerde instellingen.
Er waren drie referenten: Floor Ockers - Teldersstichting (VVD), Frans Becker - Wiardi Beckmanstichting (PvdA) en Edwin van Meerkerk - Radbouduniversiteit Nijmegen. Floor stelt dat kunstonderwijs in deze tijd van economische schaarste kinderen moet leren hun creativiteit te ontwikkelen waardoor zij ook andere competenties verwerven en nieuwe paden durven inslaan. Creativiteit en actieve kunstbeoefening moeten een centralere rol krijgen in het curriculum: 'Geef kinderen een stuk hout en laat ze een beeld maken, zonder spijkers, zonder hamer of wat dan ook'. Frans legt het accent op het vakmanschap van de leerkracht: 'Maak de leerkracht deskundiger, er zijn teveel kunstenaars die ik zeker niet voor de klas zou willen zien', en 'hervorm op basis van goede praktijkervaringen'. Belangrijk voor kwaliteit zijn stimulansen van gemeenten, aldus Edwin: 'Per slot van rekening speelt kunsteducatie zich af op het gemeentelijk niveau.' Gemeenten moeten zich verantwoordelijk weten voor de kwaliteit van kunsteducatie en daarover overleg voeren met scholen en culturele instellingen. Zij moeten bekijken welke instelling er toe doet en of die de scholen ook het best bereikt. Zulke instellingen moet je ten koste van alles in stand zien te houden. Er wordt nu teveel afgebroken wat tientallen jaren heeft gekost om op te bouwen en dat geldt, aldus Frans, ook voor de Cultuurkaart.
De zaal discussieert flink mee en vindt dat leerkrachten ervoor moeten zorgen dat kinderen van kunst gaan houden, dat ze ervoor gaan! Maar, denk ik dan, als kinderen rekenen niks vinden dan moeten ze dat toch gewoon leren. Geldt wat voor rekenen geldt, niet net zo goed voor alle andere vakken?
Voor discussie over leeropbrengsten kunstlessen, zie Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten