vrijdag 25 mei 2012

UNESCO, overheden en kunsteducatie met kwaliteit

Maandag. Lekker druk in de Amsterdamse Rode Hoed met ruim honderd enthousiaste mensen in de zaal. Het onderwerp: 'Kunst- en cultuureducatie van kwaliteit' en 'Wat is de rol dan van de overheid?'. Waarom? We organiseerden het symposium om het vrijblijvende karakter waarmee kunstlessen wel gegeven worden aan de orde te stellen. Onze partners: UNESCO Nederland, Fonds voor Cultuurparticipatie en Jeugdcultuurfonds.

Dat alle Nederlandse kinderen op school les krijgen in tekenen, schilderen of muziek weten we. Ook dat ze soms drama- of danslessen krijgen. En dat de lessen op de basisschool moeten voldoen aan de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie. Wat de inhoud van die lessen is en of die ook kwaliteit hebben weten we in veel gevallen niet. Maar net zo goed als het bij rekenen en taal om leeropbrengsten gaat, moet het daar bij de kunstlessen ook om gaan.

Een van de inleiders, Anke van Kampen van UNESCO Nederland, ziet de kwaliteit van kunsteducatie als een drieslag. De school moet zorgen voor vakdeskundigheid van de groepsleerkracht, de culturele instellingen voor kunstaanbod op maat en de gemeente voor de regie en voor facilitering in de vorm van icc'ers en combinatiefunctionarissen of subsidies. Tenminste, als die culturele instellingen binnenschoolse educatie serieus nemen, zoals Zijlstra ook eist van landelijk gesubsidieerde instellingen.

Er waren drie referenten: Floor Ockers - Teldersstichting (VVD), Frans Becker - Wiardi Beckmanstichting (PvdA) en Edwin van Meerkerk - Radbouduniversiteit Nijmegen. Floor stelt dat kunstonderwijs in deze tijd van economische schaarste kinderen moet leren hun creativiteit te ontwikkelen waardoor zij ook andere competenties verwerven en nieuwe paden durven inslaan. Creativiteit en actieve kunstbeoefening moeten een centralere rol krijgen in het curriculum: 'Geef kinderen een stuk hout en laat ze een beeld maken, zonder spijkers, zonder hamer of wat dan ook'. Frans legt het accent op het vakmanschap van de leerkracht: 'Maak de leerkracht deskundiger, er zijn teveel kunstenaars die ik zeker niet voor de klas zou willen zien', en 'hervorm op basis van goede praktijkervaringen'. Belangrijk voor kwaliteit zijn stimulansen van gemeenten, aldus Edwin: 'Per slot van rekening speelt kunsteducatie zich af op het gemeentelijk niveau.' Gemeenten moeten zich verantwoordelijk weten voor de kwaliteit van kunsteducatie en daarover overleg voeren met scholen en culturele instellingen. Zij moeten bekijken welke instelling er toe doet en of die de scholen ook het best bereikt. Zulke instellingen moet je ten koste van alles in stand zien te houden. Er wordt nu teveel afgebroken wat tientallen jaren heeft gekost om op te bouwen en dat geldt, aldus Frans, ook voor de Cultuurkaart.

De zaal discussieert flink mee en vindt dat leerkrachten ervoor moeten zorgen dat kinderen van kunst gaan houden, dat ze ervoor gaan! Maar, denk ik dan, als kinderen rekenen niks vinden dan moeten ze dat toch gewoon leren. Geldt wat voor rekenen geldt, niet net zo goed voor alle andere vakken?

Voor discussie over leeropbrengsten kunstlessen, zie Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

vrijdag 18 mei 2012

Hollande op de Hollandse toer

Alweer een president die er voor gaat! Zoals George Pompidou met zijn Centre Pompidou en Valéry Giscard d'Estaing met het Musée d'Orsay, wil François Hollande de geschiedenis in met een Nationaal Actieplan voor Kunsteducatie. Hollande beloofde tijdens zijn verkiezingstournee meer aandacht voor cultuur. Hij wil een landelijk actieplan voor de binnenschoolse kunsteducatie met nadruk op een coherente, doorgaande leerlijn voor de kunstvakken: van kleuter tot student. Elk kind en elke jongere moet de gelegenheid krijgen kennis en vaardigheden in de kunstvakken te ontwikkelen. En de school moet daar meer voor gaan zorgen, samen met culturele instellingen. De nieuwe Franse president wil voor dit beleidsonderwerp een interdepartementale organisatie inrichten, met een eigen budget, en verantwoordingsplicht aan de premier, zodat dit initiatief ook daadwerkelijk uitgevoerd wordt.

Lijkt het idee van Hollande met zijn Nationaal Plan voor Kunsteducatie niet veel op dat van Halbe Zijlstra, onze demissionair staatssecretaris? Die wil immers ook een doorgaande leerlijn voor kunstzinnige oriëntatie in de school, met zichtbaar gemaakte leeropbrengsten bij de leerlingen. En het belang van de rol van culturele instellingen daarbij is ook in zijn landelijk programma Cultuureducatie met kwaliteit duidelijk vastgelegd. Als toekomstig kennisinstituut gaan wij daar met vele anderen aan werken. Theoretische kaders van Cultuur in de Spiegel, Toeval gezocht of Authentieke kunsteducatie vormen daarbij de bronnen.

Op 12 september mogen wij naar de Hollandse stembus en dit keer wil ik echt kiezen voor de partij die cultuureducatie en kunstbeoefening hoog ik het vaandel heeft staan. Het is niet voor niets dat wij een oproep doen aan alle politieke partijen om daar nu ook eens rond voor uit te komen. Alle landelijke instellingen voor cultuureducatie, cultuurparticipatie, kunstbeoefening en erfgoed hebben opnieuw hun activiteiten gebundeld om de aandacht hier nadrukkelijk op te vestigen. Het belang van de deelname aan kunst en cultuur is immers evident.

Kom op politiek: doe als Hollande en maak dit tot een van de actiepunten!

vrijdag 11 mei 2012

Opbrengstgericht spelen

Als we het binnen onze sector over fröbelen hebben, bedoelen we dit vaak denigrerend. Het gaat dan over knutselwerkjes, gemaakt vanuit een soort tijdverdrijf. Het woord gaat echter terug op Friedrich Fröbel, grondlegger van de fröbelschool waar kleuters in een plezierige leeromgeving de ruimte moesten krijgen om creatief bezig te zijn, te spelen en zo al doende te leren. Fröbelen, spelen, had voor hem wel degelijk nut.

Tegenwoordig lijkt het onderwijs het spelen steeds verder naar de achtergrond te schuiven. Opbrengstgericht werken staat centraal, ofwel het verbeteren van de leerprestaties van kinderen, voornamelijk bij taal, lezen en rekenen. Spel wordt niet gezien als opbrengstgericht en gemakkelijk afgedaan als minder nuttig. Maar is dat wel terecht?

Op vrijdag 27 april organiseerde ArtEZ Hogeschool een Studium Generale over spelen. Evolutionair bioloog Tijs Goldschmidt benadrukte daar het belang van spelen vanuit de biologie. Hij stelde dat de betekenis van spel ligt in ontwikkelingsmanagement: door te spelen ontdekt een jong dier (of kind) zijn mogelijkheden en toetst zijn vaardigheden. Dieren en mensen leren spelenderwijs. Spelen levert dus veel op, maar waarschuwde Goldschmidt, die opbrengsten zijn niet goed te meten. Goldschmidt haalde het beroemde werk Homo Ludens (1938) aan van Johan Huizinga over het belang van spel voor onze samenleving. Huizinga zag spel als voorwaarde voor onze cultuur.

Joost Raessens sprak tijdens dit Studium Generale van de gamification van onze cultuur. Volgens Raessens is spel steeds breder in onze cultuur ingebed. Vrij naar Huizinga noemde hij enkele kenmerken van spel. Spel is een vrije handeling, die buiten het gewone leven staat, zonder direct belang is en die volgens bepaalde regels ordelijk verloopt. Raessens pleitte ervoor om kinderen 'spelwijsheid' bij te brengen. Ze moeten leren spelen, maar ook leren om een kritische distantie tot het spel te kunnen aannemen en erop te reflecteren. Dit deed mij denken aan de white paper van Henry Jenkins waarin hij het vermogen tot spelen een van de belangrijkste vaardigheden van deze tijd noemt. Hij omschrijft dat als het vermogen te experimenteren met je omgeving wat bijdraagt aan je probleemoplossend vermogen.

Waarom nemen we spelen in het onderwijs zo weinig serieus? Waarom horen spel en spelen in het speelkwartier en niet in de klas? Ik onderschrijf het belang van opbrengstgericht werken, maar soms ben ik bang dat we ons blindstaren op alles wat meetbaar en toetsbaar is en vergeten dat vrijere activiteiten zoals spel ook nut hebben. En het is natuurlijk ook leuk. Spel daagt je uit en geeft plezier terwijl je er (vaak bijna onbewust) van leert. Ik hou er wel van ...

vrijdag 4 mei 2012

Meivakantie

Het weer is weliswaar niet zo mooi, maar een vrije dag bevalt me wel. Guerrilla knitting in Berlijn....

(Reageer overigens vooral nog op de discussie over mijn post van vorige week!)