vrijdag 27 januari 2012

Immaterieel erfgoed in Nederland

Dit jaar is er veel aandacht voor immaterieel erfgoed. Binnenkort ratificeert staatsecretaris Zijlstra namens ons land het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Erfgoed. Bovendien riep het Nederlands Centrum voor Volkscultuur het jaar 2012 uit tot Jaar van het Immaterieel Erfgoed om de Nederlandse bevolking bewust te maken van dit thema. Wellicht dat ook de uitkomsten van de internationale conferentie 'Kansen en mogelijkheden', die half februari over dit thema in Deurne gehouden wordt daaraan bijdragen.

Immaterieel erfgoed raakt ook aan ons werk, zeker nu we alvast een aantal taken van Erfgoed Nederland hebben overgenomen. We voerden altijd al erfgoededucatie-activiteiten uit, maar sinds de overname van genoemde taken werken we intensiever samen met de provinciale erfgoedconsulenten en besteden we beleidsmatig extra aandacht aan erfgoededucatie in het Erfgoedplatform. We hanteren daarbij een brede definitie van erfgoed die ook immaterieel erfgoed omvat. Op onze site is de aandacht voor erfgoededucatie zichtbaarder nu de content van Erfgoed Nederland daarin is geïntegreerd. Bovendien namen we het beheer van de LinkedIn-groep Erfgoededucatie over, evenals de aanvullende informatie behorend bij de geschiedenismethode Feniks.

Eerder dit jaar had ik het al over mijn voornemen om helderheid te scheppen in de begrippen die gangbaar zijn in onze sector. Ook als het gaat om erfgoed is het nodig begripsverwarring tegen te gaan. De term immaterieel of 'levend' cultureel erfgoed is pas na het aannemen van de UNESCO-conventie (2003) in zwang geraakt. Het gaat hierbij om erfgoed dat onderdeel uitmaakt van ons leven en dat we willen doorgeven aan latere generaties, zoals tradities, rituelen, zang, theater, dialecten of ambachten. De term gebruikt men vaak ten onrechte als synoniem voor 'volkscultuur', maar niet alle volkscultuur is per definitie erfgoed dat de moeite van het behouden waard is. De intentie van de conventie is juist bedreigde tradities, rituelen en gebruiken te beschermen. Het initiatief voor de conventie komt uit de hoek van derdewereldlanden, die hun cultuuruitingen bedreigd zien. Deze bezorgdheid over de vluchtigheid en kwetsbaarheid van waardevol immaterieel cultureel erfgoed in vooral niet-westerse landen is voor Nederland een belangrijke reden om de conventie te ratificeren.

Welk 'levend erfgoed' zou Nederland kunnen voordragen voor de internationale UNESCO-lijst van het immaterieel erfgoed? Wat zou volgens u een volwaardige plaats kunnen innemen naast bijvoorbeeld de Franse keuken en de Spaanse flamenco? Ik hoor het graag via onze LinkedIn groepen.

Voor uitgebreidere informatie over de conventie en de terminologie, zie het themadossier Zicht op… volkscultuur (2010).

vrijdag 20 januari 2012

Boeken, de bron voor professioneel denken en doen

'Boeken houden van mensen', zo hoorde ik laatst een zwoele vrouwenstem in een radiospotje zeggen. Zou dat ook wederzijds zijn? Volgens een recent onderzoek houden mensen steeds minder van boeken en steeds meer van leuke en nuttige dingen op het internet. Toch, om deel te kunnen nemen aan de kennissamenleving, is het hard nodig dat men kan lezen. Voor de meeste mensen geldt dat ze voor hun werk moeten kunnen lezen en schrijven, en dat gaat meestal verder dan de beheersing van Jip-en-Janneke-taal.

Stichting Lezen liet onderzoek doen naar hoe Nederlanders over lezen denken. Het blijkt dat we wel heel graag lezen, maar dat de waardering voor het internet, als leukste en nuttigste medium, hoger ligt. Onze houding tegenover lezen is positief, maar gek genoeg kopen we wel steeds minder boeken. We lezen hoofdzakelijk omdat we dat ontspannend vinden en zo'n twintig procent van ons doet dat ook voor zijn ontwikkeling, studie of werk. Iedereen kiest er zelf bijvoorbeeld voor om zijn vakliteratuur bij te houden om zo verdergaand te professionaliseren.
Maar laten we er nu eens een keertje vanuit gaan dat je als professional veel tijd hebt. Wat zou je dan per se willen lezen, of nog eens willen lezen? Welke keus zou je dan maken?

Ik ben benieuwd naar de boeken of artikelen die je dan noemt. Welke publicaties hebben je denken over kunst, erfgoed, media en educatie beïnvloed, gevormd of prettig verrast? Welke denkers of theorieën vormen het fundament voor jouw professioneel denken en handelen? Als we in het nieuwe kennisinstituut een boekenkast neerzetten met de belangrijkste publicaties, welke moeten er dan volgens jou in?
Je kunt je inspiratie putten uit de catalogus van onze bibliotheek, uit je eigen kast of waar dan ook, en vervolgens je top vijf met ons delen. Ik vind de LinkedIn groep Cultuureducatie daarvoor een mooi platform, omdat we het daar allemaal kunnen volgen. Of je stuurt je keuze gewoon aan mij. Ik ben daar erg nieuwsgierig naar en kom er over een paar weken zeker op terug!

Laat op het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn weten welke boeken u vindt dat elke cultuureducatieprofessional gelezen moet hebben.

vrijdag 13 januari 2012

Een goed voornemen: begrippen klaren

Afgelopen jaar moest ik soms denken aan het sneeuwwoordenverhaal van de Inuit. Zij zouden immers ruim twintig woorden voor sneeuw hebben. Tijdens de intensieve sessies van de afgelopen maanden met Kunstfactor om het nieuwe kennisinstituut vorm te geven, bleek steeds dat we hier een ongelooflijk aantal woorden hebben voor cultuureducatie, amateurkunst en cultuurparticipatie. Regelmatig merkten we tijdens de werksessies dat we wel dezelfde termen gebruikten, maar net niet helemaal hetzelfde bedoelden.

In de ruim tien jaar als directeur van Cultuurnetwerk Nederland heb ik vele termen voorbij zien komen. Kunstzinnige vorming werd kunsteducatie, kunsteducatie werd cultuureducatie en in beleid en onderzoek wordt de binnenschoolse cultuureducatie steeds vaker cultuuronderwijs genoemd. Voor die tijd gebruikte men ook termen als vrije expressie, muzische vorming en ook creatieve vorming. Dat lijkt op 'terminologische wildgroei', maar hoewel veel termen synoniemen lijken, zijn ze dat zelden. Soms betreft het nuanceverschillen, soms liggen betekenissen verder uit elkaar. En in de ontwikkeling van de terminologie is de ontwikkeling van beleid en visie op ons vakgebied af te lezen. We gingen niet 'per ongeluk' van kunsteducatie naar cultuureducatie, maar zagen de inhoudelijke verbanden tussen kunsteducatie, erfgoededucatie en media-educatie. Kunsteducatie werd daarom onderdeel van cultuureducatie.


Tijdens de werksessies met Kunstfactor merkte ik hoe belangrijk en waardevol het was om langer bij die termen stil te staan. Noodgedwongen moesten we nadenken over wat we nou precies bedoelden, waar de grenzen van termen liggen en welke termen echt goed uitdrukken wat we willen bereiken. Voor ons als kennisinstituut was dat een nuttige en boeiende opgave. Ik kan me echter voorstellen dat de steeds veranderende terminologie voor velen verwarrend is. Heb je als cultuurcoördinator net je team overtuigd van het belang van cultuureducatie, zou je ze dan nu moeten uitleggen dat we het misschien toch liever over cultuuronderwijs hebben? Het maakt de overtuigingskracht van ons vakgebied er niet sterker op. In beleid en onderzoek zijn de nuanceverschillen vaak noodzakelijk, maar is het in de praktijk ook handig?


Op Oudjaar, met een stevig glas Vlaams bier in mijn hand, nam ik me voor om deze discussie ook met u te voeren. Laten we samen ons vakgebied duidelijk(er) definiëren om krachtig te kunnen stellen waar we voor staan. Op onze website besteden we er aandacht aan en we blijven met u in gesprek over de begrippen en definities, nu en in het nieuwe instituut.


Of u nu in cultuureducatie, cultuuronderwijs of cultuur(enzovoort) werkt, ik wens u namens heel Cultuurnetwerk een goed, inspirerend en cultureel 2012!


Voor discussie over begrippen en definities, zie ook het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.