vrijdag 27 april 2012

De Seoul Agenda - 1 jaar later

De vierde week van mei is door UNESCO uitgeroepen tot Internationale Week van de Kunsteducatie. Dit als vervolg op de Tweede UNESCO Wereldconferentie over Kunsteducatie die een jaar geleden in Seoul plaatsvond.

Natuurlijk willen wij in graag iets doen in deze Internationale Week en vroegen daarom de Nationale UNESCO Commissie om daar samen invulling aan te geven. Ook betrokken wij daar het Jeugdcultuurfonds en het Fonds voor Cultuurparticipatie bij. Het resultaat is een symposium op 21 mei in De Rode Hoed met als thema: Kunsteducatie met kwaliteit - voor iedereen! We sluiten hiermee ook aan op het landelijke programma Cultuureducatie met kwaliteit van de rijksoverheid. Vragen die tijdens het symposium centraal staan zijn: Is kwalitatief goede cultuureducatie voor iedereen gegarandeerd? En wat kan de overheid betekenen om dit te realiseren?

De Seoul Agenda die tijdens de UNESCO conferentie van vorig jaar is opgesteld, noemt drie belangwekkende doelstellingen. Zorg ervoor dat kunsteducatie een factor blijft die er toe doet als het gaat om kwalitatieve vernieuwing van het onderwijs. Gebruik kunsteducatie om bij te dragen aan het oplossen van sociale en culturele vraagstukken waar de maatschappij mee geconfronteerd wordt. En tot slot: Zorg dat kunsteducatieve activiteiten en programma's van hoge kwaliteit zijn, zowel in opzet als in uitvoering. De agenda benoemt daarnaast de strategieën en acties die nodig zijn om die doelstellingen te realiseren.

In feite is de agenda een oproep aan de 195 UNESCO-lidstaten om deze doelen te erkennen en gezamenlijk de voorgestelde strategieën en acties uit te voeren. Volgens de UNESCO kunnen we pas dan alle mogelijkheden die kunsteducatie van hoge kwaliteit in zich draagt realiseren. Een mooi streven, maar de vraag bij dit alles blijft: hoe kunnen beleidsmakers daadwerkelijk kunsteducatie van kwaliteit voor iedereen realiseren? De in de Seoul Agenda benoemde strategieën en acties zijn toch een beetje open deuren.

In ons eigen land denken politieke denktanks – zoals de liberale Teldersstichting en de sociaal-democratische Wiardi Beckmanstichting – gelukkig ook na over beleid om kunsteducatie van kwaliteit voor iedereen toegankelijk te maken. En zij onderschrijven ook het belang hiervan. Kijk nog maar eens naar mijn blogpost van drie weken geleden. De denktanks verschillen hooguit van inzicht over de wijze waarop en waarom je dit beleid zou ontwikkelen.

Goed dus om in de Internationale Week van de Kunsteducatie met elkaar in gesprek te gaan. Met aan de ene kant de Seoul Agenda en aan de andere kant het landelijk beleidsprogramma 'Cultuureducatie met kwaliteit' en de ideeën van de Teldersstichting en de Wiardi Beckmanstichting.

Praat en denk dus mee, nu al op Facebook en LinkedIn en op 21 mei in De Rode Hoed!

vrijdag 20 april 2012

Een creatief staaltje arbeidsmarktregulering

Het mbo kent vele opleidingen, waarvan er een aantal vier jaar duren. Dat zint onderwijsminister Van Bijsterveldt niet, zo las ik in het actieplan Focus op Vakmanschap. Via wetgeving wil ze het aantal wekelijkse lesuren verhogen en tegelijk de studieduur van vierjarige opleidingen verkorten naar drie jaar. Bovendien wil ze de huidige kwalificatiestructuur, met 627 verschillende diploma's, eenvoudiger maken.

De pas opgerichte Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) stelde in februari van dit jaar een lijst op van opleidingen die niet verkort kunnen worden omdat het programma te zwaar is om in kortere tijd uit te voeren. Opmerkelijk genoeg staat daar ook een aantal creatieve opleidingen op zoals AV-productie (met beeldtechnicus, cameraman), Mediavormgever (met grafische vormgever, arts and design), Specialist decoratie en restauratie, Creatief vakmanschap (glazenier, keramist) en Goud- en zilversmeden. De minister neemt de adviezen (grotendeels) over!

Daarnaast blijft de wens van de minister bestaan het aanbod aan mbo-opleidingen af te slanken en haar oog viel daarbij wederom op opleidingen in de creatieve sector waar structureel overaanbod van afgestudeerden zou bestaan. Ik citeer de minister uit haar kamerbrief van 2 april: 'Zo zijn er signalen dat van bepaalde creatieve opleidingen, bijvoorbeeld Artiest, er structureel meer aanbod is dan vraag vanuit het bedrijfsleven.' Zij vraagt dan ook advies aan SBB die in samenhang met het Sectorplan Kunstonderwijs en de Human Capital Agenda van de Topsector Creatieve Industrie, moet adviseren over een inperking van het aanbod aan 'te populaire' creatieve opleidingen. In de Volkskrant van 3 april typeert de MBO Raad deze brief al als 'ongelukkig' en waarschuwt dat ten onrechte het beeld ontstaat dat de arbeidsmarkt wordt overspoeld met werkloze afgestudeerden van 'pretstudies'. Bovenstaand filmpje nuanceert dit beeld ook danig.

Naar aanleiding van het bericht in de Volkskrant bracht ik de minister op de hoogte van onze uitgave Creatieve mbo-opleidingen tussen talentontwikkeling en arbeidsmarkt, waarin wij samen met mbo-organisaties zoals GOC en ecbo een overzicht geven van onderzoek naar en de discussie over de creatieve mbo-opleidingen. Ik vertelde haar ook dat we samen een symposium organiseerden over kwaliteitskwesties rond werving en selectie, onderwijs en docenten, arbeidsmarkt en werkkringen. Genoeg kennis om samen met GOC en ecbo gefundeerde uitspraken te kunnen doen over deze opleidingen! Ik nodigde de minister dan ook vriendelijk uit voor een gesprek hierover, maar heb tot nu toe niets van haar vernomen. Dat komt hoop ik nog.

vrijdag 13 april 2012

Schoolbestuur aan zet

Vorige week zat bij de post een met zorg vormgegeven boekje. Dat komt niet vaak meer voor. Veel publicaties verschijnen tegenwoordig als e-zine of e-book waar ik via mail of een link in een digitale nieuwsbrief naar doorklik. Cultuureducatie op niveau, heet het en Plein C, bureau voor cultuureducatie en onderdeel van de Cultuurcompagnie Noord-Holland, stuurde het. Het gaat over schoolbesturen en hun rol bij cultuureducatie.

Noord-Holland was een van de eerste provincies die ervoor koos om de bemiddelingstaak voor cultuureducatie over te dragen aan de gemeenten. Dat betekent onder meer dat de gemeenten hier zelf geld in moeten steken, en dat is in deze tijd niet zo eenvoudig. Vandaar dat ze, samen met scholen en culturele instellingen, op zoek gingen naar manieren om cultuureducatie op gemeentelijk niveau goed te organiseren. En dan is het niet zo gek dat ze juist bij schoolbesturen uitkomen die beleidsmatig vaak grote groepen scholen aansturen.

In het boekje geeft Plein C in tien interviews een beeld van de manier waarop besturen aankijken tegen cultuureducatie en hun mogelijke rol daarin. Waar het ene bestuur vooral regisseert, is de rol van het andere stimulerend of ondersteunend ten dienste van de schooldirecties. Welke rol het bestuur ook heeft, het zou goed zijn als besturen hun beleid, budget, faciliteiten en personeel richten op beter cultuuronderwijs. En wat mij betreft hoort deskundigheidsbevordering via teamscholing, betaald uit de prestatiebox, daar ook bij.

Uit de conclusies blijkt verder dat besturen cultuureducatie om allerlei redenen belangrijk vinden, maar dat zij zich vooral bezighouden met kwaliteitszorg en opbrengstgericht werken. En dat zijn onderwerpen die de O van OCW belangrijk vindt en waarover de Inspectie rapporteert. Opvallend in dit verband is dat de in maart gehouden studieconferentie School aan zet, onder meer bedoeld voor directieleden en bestuurders, veel aandacht had voor onderwerpen uit de dagelijkse schoolpraktijk, maar geen enkel woord wijdde aan kunst- en cultuuronderwijs.

Wat ik vooral schokkend vind, is dat schoolbesturen cultuuronderwijs wel op de agenda van het directeurenoverleg willen, maar dat zij maar een beperkt idee zeggen te hebben van de praktijk van cultuuronderwijs en daardoor moeilijk kunnen bepalen waar ze beleidsmatig op moeten sturen. Blijkbaar worden ze door directeuren, schoolleiders en leerkrachten, als die laatste al toegang hebben tot schoolbesturen, niet erg gevoed op dit terrein. En dat zou toch moeten, als zij beleid daarop willen voeren en gesprekspartner voor de gemeenten zijn.

Goed dat Plein C ons juist nu op het been zet van de schoolbesturen als actor voor een versterking van leeropbrengsten kunstzinnige oriëntatie. En ik, ik maak binnenkort een afspraak met School aan zet voor de conferentie van volgend jaar. Het Bestuursakkoord Primair Onderwijs 2012-2015 heeft in ieder geval al alle aandacht voor cultuuronderwijs.

Discussie over de rol schoolbesturen bij gemeentelijk cultuureducatiebeleid bij Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

vrijdag 6 april 2012

Kunstonderwijs - hoeksteen en speerpunt

Onlangs stuitte ik op twee publicaties over kunstonderwijs, een van de liberalen en een andere van de sociaal-democraten. Het wetenschappelijk bureau van de grootste regeringspartij (VVD) en dat van de grootste oppositiepartij (PvdA) beargumenteren beide dat goed onderwijs in kunst en cultuur essentieel is voor een brede cultuurdeelname.

In Breng de kunst terug in het onderwijs pleit Frans Becker (van de Wiardi Beckmanstichting), analoog aan het officiële PvdA-partijstandpunt, voor een stevige plaats van kunst en cultuur in basis- en voortgezet onderwijs. Volgens hem is dit een van de 'hoekstenen' van de sociaal-democratische idealen van cultuurspreiding en volksverheffing. En dat is 'nu weer zeer actueel', aldus Becker, omdat het ernstig in het geding is. De liberale Teldersstichting presenteerde onlangs het rapport Manifestaties van de Vrijheid des Geestes, een liberale kijk op cultuur en sport. Cultuuroverdracht in het reguliere onderwijs is volgens dit rapport een 'speerpunt' van liberale cultuurpolitiek. Alleen als kinderen in aanraking zijn gebracht met een veelzijdig cultureel aanbod kunnen zij als volwassenen weloverwogen keuzes maken. En ook hier betreft het een partijstandpunt maar dan van de andere kant van het politieke spectrum.

Opmerkelijk is de nadruk die beide partijen leggen op de intrinsieke waarde van kunst en cultuur als legitimering voor zowel cultuursubsidies als cultuuronderwijs. Dit terwijl voor het huidige beleid vaak afgeleide instrumentele argumenten worden gebruikt, bijvoorbeeld dat cultuuronderwijs leerlingen leert goed samen te werken, creativiteit bevordert en goed is voor het evenwicht tussen beide hersenhelften.

Een kwaliteitsslag in het cultuuronderwijs is volgens beide publicaties dringend nodig. Becker vindt dat we te achteloos zijn geworden in het leggen van een culturele bodem onder onze maatschappij. Kunstonderwijs is marginaal, gefragmenteerd en vrijblijvend geworden, want blijft beperkt tot incidentele bezoeken aan culturele instellingen en kleine projecten. 'Het is de hoogste tijd voor een diepte-investering om kunstonderwijs tot een vast onderdeel van het schoolcurriculum te maken.' De Teldersstichting noemt de verschillen in hoeveelheid en kwaliteit van cultuureducatie die leerlingen krijgen nu te groot. Culturele activiteiten in het onderwijs zouden niet – zoals nu vaak nog het geval is - moeten worden gedirigeerd door het toevallige aanbod van culturele instellingen, maar door educatief-inhoudelijke overwegingen.

Als de liberale en sociaal-democratische fracties het voorstel voor een diepte-investering overnemen, kunnen wij straks een fikse stap zetten op weg naar Cultuureducatie met Kwaliteit.

Zie voor reacties en discussie over de noodzakelijke kwaliteitsslag het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.