vrijdag 22 juni 2012

Kip of ei?

Is creativiteit de kip en de economie het ei, of is het juist andersom? Creativiteit en economie hebben elkaar nodig, maar hoe werkt dat precies? Nieuwe, goed in de markt liggende producten en diensten ontwikkelen achter je pc of op het werk gaat niet vanzelf. Daar is een dosis creativiteit bij nodig. Je houdt een economie niet draaiende zonder creativiteit. En een economie ontwikkelt zich niet zonder creativiteit in kunst en cultuur. Cultuur en economie zijn op elkaar betrokken: zonder betrokkenheid geen ontwikkeling.

Het Lectoraat Kunst en Economie van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht probeert met een onderzoek naar het meerjarige Cultuur-Economieprogramma 'Ongezouten' van het Kunstenlab in Deventer, de effecten van samenwerking tussen kunstenaars en ondernemers in kaart te brengen. De stelling is dat autonome kunstenaars een positieve bijdrage kunnen leveren aan bedrijfsinnovaties. Dat idee blijkt ook te kloppen. Voor het onderzoek vervulden kunstenaars de rol van kunstenaar-coach en hielpen ondernemers op gang. Die waren lovend over hun nieuw verkregen inzichten en de verfrissende manier van werken en denken. Toen zij hun ervaringen inzetten in hun onderneming was een stijging van efficiency en omzet te zien.

De kunstenaars, aldus rapporteur Giep Hagoort, hebben niet zoveel aan deze samenwerking; zij gaan er financieel weinig op vooruit. Je zou veronderstellen dat samenwerken voor beide partijen een win-win situatie is: de een wordt ondernemender, de ander wordt creatiever en wint aan innovatiekracht. Weer zo'n 'kip of ei' vraag: moet je een ondernemer aan een kunstenaar koppelen of een kunstenaar aan een ondernemer?

Darren Henley geeft in zijn onlangs gepubliceerde rapport 'Cultural Education in England' vierentwintig aanbevelingen voor toekomstig cultuureducatiebeleid. Een ervan heeft betrekking op 'design', dat naar zijn mening een belangrijker plaats moet krijgen in het curriculum. Jammer genoeg gebruikt Henley een negatief argument, namelijk de angst dat snel groeiende economieën, zoals de Chinese, de Engelse designers zullen verdringen. Angst is altijd een slechte raadgever, dus om op grond van zulke motieven je curriculum te bepalen, lijkt me een slecht plan.

Ik neem aan dat de kunstenaars - of noem ze kunstenaar-coaches - bij hun samenwerking met de Deventer ondernemers níet direct dachten aan verdringing, maar eerder aan verrijking: 'Wat hebben we er samen aan!' En dan maakt het niet uit of je kip of ei bent.

Zie ook Kunstenlab en Cultuurplein Magazine 05.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten