vrijdag 9 december 2011

Museumbezoek door kinderen

Onlangs presenteerde de Museumvereniging Kinderen en Museumbezoek. Staatssecretaris Zijlstra nam het onderzoeksrapport tevreden in ontvangst. Volgens hem spelen musea een sleutelrol bij cultuureducatie in het primair onderwijs, want museumbezoek is voor heel veel kinderen hun eerste kennismaking met de wereld van kunst en cultuur. Het is niet voor niks dat het rapport begint met: 'Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.'

Jaarlijks krijgen musea 20 miljoen keer bezoek, waarvan 3,2 miljoen van kinderen in zowel gezins- als schoolverband. De Museumvereniging onderzocht of gratis toegang en vervoer tot meer gezins- en schoolbezoeken leidt. Dit blijkt niet het geval. Hoge kosten en een lastige bereikbaarheid zijn wel belemmerend voor een museumbezoek. Onderzoek van Drentse musea laat overigens zien dat gratis entree en gratis vervoer in die provincie wel degelijk leiden tot meer museumbezoek van basisschoolkinderen.

Wat kunnen musea doen om kinderen te verleiden vaker naar een museum te gaan? Onderzoekers brachten in kaart welke activiteiten kinderen tussen 4 en 12 stimuleren een museum te bezoeken. In rangorde gaat het om educatieve programma's voor het basisonderwijs (33%), speciale activiteiten tijdens vakanties en evenementen (21%), ondersteunend aanbod, zoals speurtochten en kinderrondleidingen (16%) en alle kinderactiviteiten en -producten die onder één 'merk' gepresenteerd worden, zoals Ridder Hoen in Kasteel Hoensbroek (11%). Het rapport geeft ook adviezen, hoewel die nogal voor de hand liggend zijn. Zo zal niemand schrikken van de boodschap dat musea met goed doordachte en uitgewerkte activiteiten meer kinderen en scholen trekken dan andere. En dat museaal-pedagogische uitgangspunten van belang zijn. Je doet kinderen er dus niet 'even bij'!

Scholen laten zich bij de keuze voor een museum primair leiden door inhoudelijke overwegingen: is de museumcollectie interessant, zijn de activiteiten op de kinderen gericht en sluiten die aan op ons lesprogramma? Scholen maken vaak gebruik van vervoer door ouders. Uit het onderzoek blijkt verder het belang van lokaal en regionaal ondersteunende instellingen omdat zij het aanbod van musea en de vraag van scholen succesvol bij elkaar brengen.

Het is leuk om dit rapport te lezen en af te zetten tegen mijn eigen ervaringen als voormalig directeur van het Osse Museum Jan Cunen. Met een gratis entree ontvingen we in de tachtiger jaren zo'n tienduizend kinderen en jongeren per jaar. Het vervoer regelden de scholen met de ouders. We kenden een onderwijsgroep waarmee we het museumprogramma vooraf doorspraken. En in aparte bijeenkomsten bereidden we samen met de leerkrachten de museumlessen voor. En zover ik weet doet het museum in Oss dit nog steeds zo!

Voor discussie over hoe musea meer kinderen en scholen kunnen trekken, zie het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

1 opmerking:

  1. En fans maken buiten de musea? Hoe werkt dat?
    Lees Parool Kunst&Media (13-12-2011: pag. 20)
    www.folowamuse.nl

    BeantwoordenVerwijderen