'Politici, praat met ons!', zo luidt de dramatische oproep in de krant deze week van acht Nederlandse kunstmusea, uit acht verschillende steden. Daarmee wenden ze zich rechtstreeks tot politiek Den Haag om alsnog te praten over de aangekondigde bezuinigingen op kunst waarvan de musea de dupe dreigen te worden. En dinsdag in NRC: 'Geen reactie op advertentie van musea'......
Al tijden wordt de kunstwereld verweten een gesloten elitaire club te zijn. Kunst begrijpen is immers voorbehouden aan ingewijden en experts, zo is de stelling. Joost Swanborn deed er begin augustus nog een schepje bovenop met zijn stuk in NRC over de ‘potsierlijke vaagtaal’ waarin de kunstwereld via zaalteksten en catalogi ‘uitlegt’ wat een kunstwerk goed maakt. Geen wonder dat veel Nederlanders achter de bezuinigingen op kunst staan, zo stelt Swanborn, want ‘Met prietpraat verdedig je het belang van musea niet’. Swanborn raakt een pijnlijk punt, maar geeft geen volledig beeld. Dat musea allang niet meer enkel voor de ingewijde elite zijn, bewijst Over Passie en Professie, een onderzoek naar honderd jaar museumeducatie. Met de komst van begrijpelijke begeleidende teksten, rondleidingen en onderwijsprogramma's worden musea toegankelijker voor niet-ingewijden.
Dat het ook interactief kan, bewijzen drie recente tentoonstellingen met ruimte voor de interpretatie van de toeschouwer. Bezoekers van het Groninger Museum kunnen online ervaringen delen. Bij binnenkomst krijg je een GM Collector, een sleutelhanger waarmee je online informatie kunt verzamelen over favoriete kunstwerken. Ook kun je in één term je eigen interpretatie van een kunstwerk geven. Op de website van het museum kun je op je persoonlijke pagina de werken die je verzameld hebt nog eens bekijken en er meer over lezen. Zeker zo leuk is het om reacties van anderen te lezen.
Afgelopen voorjaar was er in het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (MuHKA) een expositie van Gillick en Weiner. Deze bestond uit één werk: een linoleumvloer met vlakken en teksten. Bezoekers werden uitgenodigd foto's te maken van hun ervaring. Het succes blijkt uit de vele reacties op Flickr en Facebook. Daar staat een lange lijst met foto's van springende, liggende, dansende en figuren makende mensen. En de tentoonstelling eindigde niet in het museum, maar ging verder in de reacties online.
Een collega was onlangs in Tate Modern in Liverpool. Daar waren de reacties van bezoekers zelfs al verwerkt in de tentoonstelling. Op de muur werden denkbeelden en opvattingen geprojecteerd die bezoekers tijdens hun rondgang door de tentoonstelling op een computer noteerden. Kinderen konden reacties achterlaten op een prikbord waarop het museum dan weer reageerde. Favoriet waren overigens de filmpjes waarin een kunstwerk door bezoekers besproken wordt, zoals dit van een Britse schoolklas, geconfronteerd met werk van Dan Flavin.
Deze voorbeelden laten zien dat musea heus niet elitair en gesloten hoeven te zijn. Musea zijn sexy en vormen een avontuurlijk venster op een complexe en kleurrijke wereld. Een confronterend of speels proces van kijken, denken en verwerken leidt tot nieuwe meningen en tot de uitwisseling van kennis. Daarom alleen al moeten musea blijven.
Voor discussie over al dan niet elitaire of interactieve musea, zie ook het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.
vrijdag 23 september 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten