vrijdag 7 oktober 2011

Het moet anders: kunstvakken tweede fase voortgezet onderwijs

Alles moet anders, zei OCW. Een tweedeling in examenvakken 'oude' en 'nieuwe' stijl kan niet meer, zei OCW. Het is veel te duur, zei OCW. Kom met een voorstel, zei OCW. Er moet wel een breed draagvlak voor zijn, zei OCW. En denk erom: geen centrale praktijkexamens voor de kunstvakken! Dat was in een notendop de opdracht van het ministerie aan de Verkenningscommissie Kunstvakken in april 2010.
Juli 2011 was het zover. De commissie was eruit. Het zware werk was gedaan en het preadvies klaar voor discussie. Je kon er op reageren door te vertellen wat je sterk vond, waar je twijfels bij had en welke andere opmerkingen je nog had. Op 1 oktober kwamen een kleine veertig mensen bij elkaar om over het advies te praten. Zij waren er speciaal voor uitgenodigd. Het waren deskundigen uit het voortgezet onderwijs en van kunstvakdocentenopleidingen. Plus deskundigen van universitaire docentenopleidingen en kunstvakverenigingen, Cultuurnetwerk Nederland, CITO, SBKV, CJP en SLO.

Kort samengevat stelt de commissie voor vier kunstvakken te blijven onderscheiden: beeldende vormgeving, dans, drama/theater en muziek. Elk kunstvak bestaat uit een praktijkdeel, vaktheorie en 'elementen' uit de cultuurhistorie van de 20ste en 21ste eeuw. Om theorie en praktijk met elkaar te verbinden gaan leerlingen met een centraal thema aan de slag. Dat thema wordt in principe voor drie jaar vastgesteld, geïnspireerd op hedendaagse kunst en cultuur.

De discussie met belanghebbenden en belangstellenden spitst zich toe op de invulling van de vaktheorie, de afbakening van het centrale thema, de reflectie-schrijfopdracht en de negen keer in het advies naar voren komende wens om interdisciplinair samen te werken. Dit laatste is vooral merkwaardig, omdat de commissie tegelijkertijd zegt uit te gaan van die vier kunstvakken. Wat betekent die interdisciplinaire kunstpraktijk dan precies? Waar moeten we aan denken? Aan samenwerkingspraktijken in het Bauhaus, een Gesamtkunstwerk of de schoolmusical? Diepgaand werken vanuit één kunstdiscipline lijkt me al pittig genoeg voor een examenkunstvak.
Bij het begrip 'vaktheorie' wordt in het advies de suggestie gewekt dat de formalistische kunstbeschouwing voorop staat en dat met de kunstgeschiedenis slechts een opsomming van stijlen bedoeld is. Dat zou een onwenselijke verarming zijn vergeleken met de huidige inhoudelijke aandacht voor theorie en praktijk!
En de reflectie-schrijfopdracht wordt een onzinnige extra belasting voor docent en leerling. Natuurlijk, elke leerling moet zich mondeling en schriftelijk kunnen uitdrukken (en het liefst in elk vak), maar moet dit in het examen getoetst worden? Wat je aan de ene kant als belasting weghaalt wordt aan de andere kant nieuw ingevoerd!

Ik heb respect voor het werk van de commissieleden. Van hen worden nu beslissingen verwacht die voldoende draagvlak hebben voor veranderingen. Mocht dit niet lukken dan neemt OCW misschien weer de kans het zelf te beslissen, geen of weinig rekening houdend met welk draagvlak dan ook.

Reacties op het preadvies.

Voor discussie over interdisicplinair werken bij eindexamen kunstvakken, zie het Netwerk Cultuureducatie op LinkedIn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten