vrijdag 2 juli 2010

Kunstbeoefening en kunsteducatie, nu en in de toekomst


Elke dag van de week – en dus niet alleen op werkdagen - is gemiddeld 4% van de bevolking (circa 600.000 mensen) bezig met kunstzinnige activiteiten. Individueel of in groepsverband, tijdens een cursus, in een vereniging of club.

Uit het onlangs
gepubliceerde drieluik van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat bijna de helft van de bevolking (van 16 jaar en ouder) aan een of meer vormen van kunstbeoefening doet. Bijna driekwart van hen is minstens eens per maand kunstzinnig actief. Ruim de helft zelfs eens per week of vaker. Een kwart van de bevolking had eerder in het leven een kunstzinnige hobby. Het resterende kwart doet en deed niets kunstzinnigs.

Het SCP verwacht dat hier in de komende twintig jaar weinig aan verandert. Wat wel anders zal worden is de manier waarop mensen hun kunsthobby beoefenen. Mensen worden steeds mondiger, hebben het steeds drukker, zijn beter geïnformeerd, hangen minder aan tradities, hebben lossere omgangs- en organisatievormen en - tot slot - veel meer mogelijkheden tot kunstbeoefening dankzij alle nieuwe ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie. Ik kan me zo voorstellen dat vrijwel iedereen over 20 jaar een mobieltje heeft met de functionaliteit van een pc-telefoon-gps-krant-camera, met daarbij een uitvouwbaar scherm dat te bedienen is via een beamerstraaltje in de bril. Veel mogelijkheden biedt dat. Kunst uitwisselen en beoefenen, op elk willekeurig moment, met meerdere mensen, op grotere afstand.

Het is de vraag wat al deze ontwikkelingen en verwachtingen betekenen voor aanbieders, onderwijs, culturele instellingen en overheden. Hoe gaan we met z’n allen inspelen op deze trends? Hoe zullen kunsteducatie en kunstbeoefening er in de (nabije) toekomst uitzien? Hoe ga je om met de grilligheid van huidige en toekomstige kunstbeoefenaars, met tijds- en aandachtsconcurrentie? Komen we elkaar nog wel tegen bij cursussen, optredens, tentoonstellingen, festivals? Of wordt alles nu digitaal? En zou een enkeling het over twintig jaar nog steeds hebben over linkse hobby's waar de overheid niet op in hoeft te zetten?
Vragen genoeg! Denkt u mee? Ik hoor het graag!

PS Overigens is dit mijn laatste bijdrage voor de zomer! Op vrijdag 27 augustus meld ik mij weer!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten